06 – 40 96 19 31 info@bachkoorbwv.nl

Concert Bachkoor BWV kreeg een zilveren randje

Jeanette Vergouwen-de Caluwe

De Oostkerk in Middelburg was zaterdag 11 oktober 2025 volledig bezet. Het publiek kwam om te genieten van het concert door het jubilerende Bachkoor BWV, een koor dat door hen duidelijk gewaardeerd wordt.

Het programma voor het 25-jarig jubileum bevatte feestelijke muziek van J.S. Bach, G.Ph.  Telemann, Palestrina en Daan Manneke. Als Bachkoor ben je natuurlijk verplicht om de grootste onder de componisten te programmeren. Bach is volgens velen het begin en het einde van alle muziek. Hoeveel componisten zijn niet schatplichtig aan hem. Zijn invloed is nog steeds, ook in de huidige tijd, aanwezig. Bijzonder was dat, naast de logische keuze voor Telemann, de peetvader van de tweede zoon van Bach, en Palestrina, de grootmeester van de polyfone vocale muziek, gekozen was voor Daan Manneke. De band tussen de uitvoerders en de Zeeuwse, in Breda wonende, componist Manneke is hecht en bovendien paste zijn Grand Motet naadloos tussen de Bachcomposities.

Na de Fuga sopra il Magnificat van Bach, gespeeld door André Poortvliet op het grote orgel van de Oostkerk, werden de drie werken van Grand Motet van Manneke vertolkt, begeleid in dezelfde instrumentenbezetting als in het Magnificat van Bach. Geen gemakkelijke opdracht voor het koor. Psalm 122 werd sereen, soms bijna verstild, gezongen. De balans tussen de vier stemgroepen was goed, de intonatie was mooi en de frasering was spannend. Zeker in deze koepelkerk waarin de klanken soms verwaaien. Heel knap werd het Da Pacem, een gebed om vrede, gebracht door de solisten Amaryllys Dieltiens/sopraan, Pieter van Breugel/alt, José Pizarro/tenor en Thomas Vandenabeele/bas. Het zevendelige motet Ach wie flüchtig, ach wie nichtig, ademde Bach en Manneke in optima forma. Alles kwam hier samen, de inbreng van verschillende instrumenten, de soms omfloerste wijze van zingen, de tempowisselingen en vooral de vele inkleuringen waren boeiend. Deze muziek is niet gemakkelijk, in de vertolking moeten inlevingsvermogen en gevoel uitkomen. Het koor, goed voorbereid door Aleida Post, zong met grote inzet, vormde een eenheid en werd mooi ondersteund door Aspetti Musicali o.l.v. Bart Naessens.

Dat Naessens een goede muzikale leider is, bleek ook in de vertolking van het Concerto in D van Telemann, een feestelijk werk waarin het orkest, met jubelende tromba en hobo’s, zorgde voor een stralende slot van het eerste deel.

Na de pauze opende het vocale solistenkwartet voor een loepzuivere vertolking van de vierstemmige Maria-antifoon van Palestrina.

Daarna volgde de jubelzang vol zeggingskracht: Magnificat van Bach. Een subliem werk vol kleuren waarin sommige woorden op een fenomenale manier muzikaal worden onderschreven. Bach laat de expressieve tekst door inzet van obligate instrumentale partijen en wisselende vocale bezettingen goed uitkomen. Soms is de melodie dansant, dan weer jubelend of vol woede. 

Sopraan Amaryllys Dieltiens zong, na een minder overtuigend Et Exsultavit (iets te laag voor haar tessituur) de aria Quia respexit schitterend, mooi begeleid door de hobo. De andere aria’s klonken goed en de delen voor het koor werden mooi gebracht, op een enkele ongelijkheid en niet volledig in evenwicht gebrachte passages na. In het Terzet Suscepit Israel, voor sopraan, mezzosopraan en alt, kweet koorlid Petra Wagemaker zich bewonderenswaardig van de niet gemakkelijk taak de belangrijke middenpartij te zingen. Het Magnificat van Bach eindigt met een uitgebalanceerde fuga in het voorlaatste deel en een geniale virtuoze fuga in het slotdeel. Die kwamen niet helemaal evenwichtig over, maar Bachkoor BWV mag wel trots zijn op zijn prestatie. Wachet auf, ruft uns die Stimme van Bach was een waardig slot, wat een luxe zo’n team van tenoren in een koor en wat een knappe samenzang met het publiek. Op naar het goud?